Tijdens de warme dagen zweten we ons te pletter. We kijken naar onze hijgende hond met een enorme vacht en vragen ons af: die winterjas moet toch enorm heet zijn? Als gevolg van die gedachte scheren sommigen de vacht van hun hond in ze zomer tot korte coupe, in de veronderstelling dat dat helpt om hun huisdier koel te houden. Dat blijkt een blunder van jewelste, die je hond meer kwaad dan goed kan doen. Maar sommige honden worden toch regelmatig geschoren? Hoe zit dat nou? To shave or not to shave… that is the question.
We vragen na hoe dit precies zit bij vachtspecialist Saskia Angenent-Degens. Zij maakt een heel gemakkelijk onderscheid: “Het is afhankelijk van de vachtsoort van je hond. Er zijn zogenaamde knip- en scheervachten, zoals bijvoorbeeld van de Poedel, Labradoodle, Cockapoo, Shih Tzu, Lhasa Apso, Maltezer en de Afghaanse Windhond. Maar er zijn ook wolvachten, zoals Herdershonden, Retrievers, Husky’s, Chow Chows, Keeshonden, Pomeranians, Newfoundlanders, Rottweilers, Collies en ga zo maar door… Eigenlijk de meeste honden!”
Waar het voor de eerstgenoemde categorie essentieel is voor een gezond onderhoud van de vacht om te knippen en/of scheren, is dat voor de tweede categorie funest. “Het verschil zit hem in de mix aan verschillende haren in de vacht en de functie daarvan”, legt Saskia uit. “Als ik wolvacht zeg, moet je niet aan een schaapje denken, maar aan een hond die beschermende dekharen heeft en daartussen – korter, minder zichtbaar en héél dicht op elkaar – zit de wollige ondervacht. Deze honden ruien in het voorjaar om hun wintervacht kwijt te raken en bouwen die in het najaar weer op.”
Laat die rui nou net het vervelendste zijn aan het hebben van een hond. Wat is daar de functie van? Saskia: “Met een goede ondervacht kan de hond zichzelf in de koudere maanden beschermen tegen de kou. Het is een isolerend laagje. Als de temperaturen omhoog gaan, raakt hij een deel van die ondervacht kwijt. Maar niet alles! Want een isolerend laagje beschermt niet alleen tegen de kou, maar ook tegen de warmte en tegen schadelijke uv-straling.”
Kunnen we de hond niet een handje helpen met die rui door hem te scheren? “Neeee!”, antwoordt Saskia heel stellig. “Ten eerste verstoor je het complete verharingsproces van de hond. Bovendien worden de dekharen te kort, die van nature weer óver de ondervacht vallen om die te beschermen. In sommige gevallen groeien die nooit meer als vanouds terug. De vacht kan dan nooit meer goed zijn werk doen en dat heeft de nodige vacht- en huidproblemen tot gevolg. Dat wil je niet! Ook voor een knip- en scheervacht geldt: maak de vacht niet te kort! Want wat voor vacht je hond ook heeft, de beschermende functie moet wel behouden blijven. Ga je te kort op de huid, dan kan de vacht niet meer zijn werk doen.”
Over dat zweten en hijgen gesproken, hoe raakt mijn superharige hond dan wel zijn warmte voldoende kwijt in de zomer? Een hond heeft geen zweetkliertjes op zijn huid, zoals wij. De énige plek waar hij die wel heeft, zijn de voetzooltjes. Verder verliest een hond de meeste warmte door te hijgen. En een goede vacht werkt hem dus niet tegen, maar helpt hem juist met het reguleren van de lichaamstemperatuur. “Uiteraard moet die vacht dan niet vol zitten met dode haren, klitten of vuil. Dan kan de vacht niet zijn werk doen. Daarom is het belangrijk dat honden met knip- en scheervachten ongeveer eens per twee maanden de trimsalon bezoeken, en honden met wolvachten in het voorjaar en najaar naar de trimsalon gaan om de ondervacht goed te laten uitblazen.”
Heb je nog een goede tip voor de zomer? “Jazeker, houd op de warme dagen je hond zoveel mogelijk uit de directe zon. Bij een witte hond kan de huid door weinig pigment namelijk sneller verbranden, en een bruine of zwarte hond krijgt het sneller warm omdat de vacht meer zonlicht opneemt in plaats van weerkaatst.”
Dit interview is in het magazine Onze Hond gepubliceerd. Het tijdschrift voor de hondenliefhebbers. Editie 2024, nummer 4.
0 reacties